'Hi, I do not know what a beamer is'. Dat prachtige en volstrekt onverwachte e-mailtje kwam uit Amerika. Ik had de makers van het door mij gebruikte muziekprogrammaatje gevraagd, hoe ik de muziekbestandjes direct geschikt kon maken voor gebruik op de beamer. En laat ik nu altijd gedacht hebben dat 'beamer' onvervalst engels was. Niet dus, want aan de andere kant van de plas hebben ze het over een LCD-projector. Wist ik veel!


Grappig voorval bij de speurtocht naar nieuwe mogelijkheden om als gemeente te zingen vanaf het witte doek. Wij doen het in Amersfoort-Noord al jaren met behulp van de 'overhead' - elke keer als we ons liedboek te buiten gaan. Maar de dagen van de overhead lijken geteld. We moeten het er nog even over hebben, maar het flitsend snelle medium van de beamer komt steeds dichterbij. Zodat we langs die weg de liederen kunnen projecteren. Misschien zelfs wel álle liederen, zoals in sommige gemeenten onder ons al de gewoonte is.

Echt anders

Het is een ontwikkeling binnen onze kerken die snel, maar tamelijk geruisloos is verlopen. Toch is er sprake van een heuse verandering in ons gemeentelijk zingen. Je ziet het verschil als je even wat verder terug kijkt.
Neem bijvoorbeeld de discussie bij de invoering van het liedboek en de commissie, die lange tijd consciëntieus werkte aan een selectie van aanbevolen liederen. In de beginjaren hoorde je ook nog wel eens, dat een lied 'niet in de selectie stond'. Nu wordt er frank en vrij over alle kerkgrenzen heen gezongen.
Of trek ons 'groene boekje' nog eens uit de kast. Dat was bedoeld als een aanvullende gezangenbundel voor onze kerken, keurig doorgenummerd van gezang 492 tot 540. Dat boekje verscheen in 1994, dus precies tien jaar geleden. Intussen is dat woord 'aanvullend' aardig in de lucht komen te hangen. Wat is er in een decennium veel veranderd!
Niet dat alles winst is, denk ik. Als inderdaad alle liederen geprojecteerd worden, waarom zou je dan je liedboek/bijbel nog ter kerke meenemen! Toch gaat daarmee ook iets moois verloren - dat je nog eens wat kunt bladeren en mee- en nalezen tijdens de dienst. En zullen kinderen met de komst van een beamer in de kerk überhaupt nog wel een eigen liedboek toebedeeld krijgen?

Overgewaaid

Het is helder, dat de evangelische beweging bij deze ontwikkeling een grote rol heeft gespeeld. De meeste niet-liedboek liederen, die in onze kerken gezongen worden, zijn uit de kring van Opwekking afkomstig. En ook de wijze van zingen - met behulp van een beamer (of eerder overhead-projector) is overgewaaid uit de evangelische wereld.
Ook de geest van het opwekkingslied kwam er in mee - het enthousiaste zingen, allerlei gebaren en handgeklap. En niet te vergeten de toegewijde wijze van begeleiden - vaak door jongeren, met gebed van de musici voor en na een dienst. En dan - hoe kan het anders - wat gewoontes, zoals het staan tijdens het zingen in plaats van ons gebruikelijke zitten. En dan natuurlijk de automatische herhaling van het evangelische lied. Met zowel de geest als de gewoonte lijkt me wel iets constructiefs te doen in onze gereformeerde wereld - wat natuurlijk iets anders is dan klakkeloze overname. Maar doen we dat laatste niet, d an zou de evangelische invloed ons eigene zelfs wel ten goede kunnen komen.

Alle 88!

Daarbij denk ik ook aan de zorg, waarmee we in de reformatorische traditie de muziek van de liederen omringd hebben. Calvijn gaf vaklui opdracht om nieuwe melodieën bij de psalmen te schrijven en in dat spoor hebben tot in onze eeuw componisten melodieën bij gezangen gecomponeerd. Dezelfde aandacht voor de melodie blijkt ook uit de uitgaven van de liedbundels - altijd met muzieknotatie. Ik heb wel eens een psalmboek van zo'n honderd jaar geleden gezien - met alleen de oud-berijmde psalmen en de 29 gezangen - waarbij elk couplet was voorzien van de muzieknotatie. Z elfs alle (toen nog) 88 coupletten van de 119e psalm! Ik heb er met een glimlach naar gekeken, maar de gedachte aan dat psalmboekje kwam wel weer boven nu we ook in Amersfoort-noord met een beamer lijken te gaan werken.
Verreweg de gemakkelijkste weg is namelijk, om alleen de teksten van de liederen te projecteren. Net zoals de meeste van onze evangelische broeders en zusters het al jaren doen.
Maar ik zal blij zijn als deze gewoonte niet overwaait. De gemeentezang zou er alleen maar slordiger van worden. Vandaar dat ik op zoek was naar de mogelijkheid om de liederen - uit welke bundel ook - met muziek en al te projecteren.

Duizend jaar terug

Alleen werken met de tekst en wat de muziek betreft bouwen op het geheugen van de mensen zou een stap van zo'n duizend jaar terug zijn. Een prachtig verhaal trouwens, zoals dat toen ging. Een zekere Hucbald had halverwege de 10e eeuw al geprobeerd om de toonhoogte systematisch vast te leggen op papier. Maar pas na het jaar 1000 lukte het een andere Benedictijn, Guido van Arezzo, om het notensysteem ingang te doen vinden. Tot die tijd was het aanleren van de muziek een mondelinge aangelegenheid geweest tussen meester en leerling. In een brief van circa 1030 beschrijft een medebroeder van Guido van Arezzo 'hoe de monniken van Pomposa groen en geel van nijd zagen vanwege de vernieuwingen die Guido wilde aanbrengen in het muziekonderwijs. Zij gingen liever door met hun 'stompzinnige' methode van voor- en nazingen, waardoor ze nog in geen dertig jaar het omvangrijke repertoire uit het hoofd konden leren en hun religieuze plichten verzaakten. En dat terwijl Guido het voor elkaar kreeg dat 'zulke jongetjes' - je ziet hem het gebaar met de arm maken - binnen de kortst mogelijk tijd de zaak onder de knie hadden' (citaat uit het prachtige boek van Louis Paul Grijp - Een muziekgeschiedenis der Nederlanden, p.10,11).
Aardig toch om in een tijd dat er bij ons ook veel verandert, even stil te staan bij zo'n scharnierpunt in de kerkzang. Toen de muzieknotatie zijn intrede deed en sindsdien de zang in klooster en kerk ondersteunde. Alle reden wat mij betreft om, in het voetspoor van Guido van Arezzo, de noten er bij te houden. Ook als we zingen vanaf het witte doek met behulp van een ingenieus apparaat, waar deze Benedictijn in de verste verte geen weet van heeft gehad.


eerder verschenen in Opbouw, jrg. 48 (2004), nr.19

© juichtaarde.nl 2001 - 2024